Thema's - Algemeen
Joost Iwema van Wageningen University & Research is projectleider van ‘Digital twin voor het waterbeheer’. Hij bewaakt de planning, stuurt het team aan en houdt de voortgang in de gaten. “We willen door middel van een digital twin verbindingen leggen, zodat mensen beter met elkaar gaan samenwerken.”
Hij werkte hiervoor bij het bureau Aequator Groen en Ruimte. “Het deel van mij werk dat ik daar deed rondom databeheer was inhoudelijk vergelijkbaar, maar als leider van dit grote project kan ik mij er nu meer op toespitsen. Mijn interesse ligt op het vlak van digitalisering, modelering en artificiële intelligentie, in relatie tot de complexe wereld van bodem en water. Daar zit volgens mij veel toekomst in.”
Wat zie jij als het meest vernieuwende van dit digital twin-project?
“De stappen die we in dit project nemen zijn net zo belangrijk als het eindproduct. We willen uiteindelijk zoveel mogelijk data en werkprocessen met elkaar verbinden, zodat waterschappen objectievere keuzes kunnen maken. Op dit vlak is nog een wereld te winnen. Hoe een digital twin hieraan bijdraagt is deel van de zoektocht. Ik hoop dat we met behulp van de techniek zaken kunnen verbinden, zodat de som der delen meer waard is dan de afzonderlijke. In het waterbeheer zitten veel onzekerheden. We weten dus niet hoe ver we komen. Het hoeft bovendien niet zo te zijn dat een digital twin in alle gevallen betere keuzes maakt dan de mens.”
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen in dit project?
“Het is anders dan andere digital twin-projecten. Binnen het brede waterbeheer zijn er veel meetonzekerheden en ontzettend veel variabelen. We weten heel veel dingen niet. Hoe we hiermee omgaan is de grootste uitdaging. We moeten zorgen dat er goede ondersteuning komt voor de mensen bij de waterschappen, bijvoorbeeld door middel van een duidelijk dashboard waarin de onzekerheden duidelijk zijn. We moeten duidelijk zijn over wat niet kan en wat we niet willen. Er zijn bijvoorbeeld bepaalde werkprocessen die zo kwalitatief van aard zijn en gebaat bij menselijk contact, dat je deze niet moet willen vervangen door een rekenregel binnen een digital twin. Een technisch systeem moet vooral nuttig zijn. Helpt het de waterbeheerders? Dat is de vraag die we ons moeten stellen.”
Hoe verloopt de samenwerking binnen het consortium?
“In het begin was het een uitdaging om alle partijen mee te krijgen. Iedereen heeft het bijvoorbeeld erg druk. Dat is meteen een leerpunt voor het bouwen van de digital twin. We moeten naar een gedragen systeem waarmee iedereen kan en wil werken. We willen iedereen meenemen.”
Hoe sluit dit project aan bij ontwikkelingen in binnen- en buitenland?
“Er loopt een aantal samenwerkingen, bijvoorbeeld binnen de WUR. We sluiten aan bij digital twin-projecten die al lopen. Ook werken we samen met Aquaconnect, een ander project waarin digital twin een rol speelt. Verder zijn we een fieldlab van ‘Digital twin voor de fysieke leefomgeving’. We houden ook in het buitenland alle ontwikkelingen goed in de gaten.”
Hoe zie je het eindproduct voor je?
“Er komt een conceptueel framework, een verbinding van databronnen en -modellen en werkprocessen. Dit implementeren we door middel van scripts waardoor we alles aan elkaar koppelen. Het systeem is de basis voor berekeningen en schattingen. Deze verwerken we in dashboards waarmee de waterschapsbestuurders en -medewerkers breed gedragen besluiten kunnen nemen. Dat is de techniek, maar we willen het ook goed laten landen binnen de waterschappen. Daarom komen er pilots, zodat we systemen goed kunnen testen. Uiteindelijk maken we een blauwdruk voor het gebruik van een digital twin in het waterbeheer. We willen waterschappen ook inzicht geven in hun werkprocessen. We laten zien waar het stokt en welke afdelingen, die vaak al wel dezelfde data gebruiken, maar toch eilandjes zijn, we met elkaar kunnen verbinden. Hopelijk gaan ze dan beter met elkaar samenwerken.”